Over Ria Roerdink

Ria Roerdink is beeldend kunstenaar en dichter, geboren in Beek Ubbergen. Zij heeft haar opleiding voltooid aan de Kunstacademie St. Joost, te Breda. Momenteel is zij o.a. werkzaam in haar atelier in de Krayenhoffkazerne te Nijmegen.

Haar werk karakteriseert zich door het gebruik van een breed scala aan disciplines en technieken; taal en beeld spelen daarin een belangrijke rol. Aanvankelijk worden beide aspecten los van elkaar ontwikkeld, maar steeds vaker is er sprake van een synthese: het woord als beeld of het beeld als vorm van taal. Het gebruik van zeer uiteenlopende materialen valt op: kartonnen verpakkingen veranderen in landschappen, oesterschelpen in verhalen, schoenen zijn niet om te dragen maar dragen de woorden, op het water, in het staal van de boten. Er wordt op deze materialen geschilderd en geschreven, er wordt in gesneden om getransformeerd te worden tot kunstwerk.

Ria onderzoekt in haar werk het wezen van beweging en verandering, het weggaan en weer terugkeren. Wat betekent het om weg te gaan en wat betekent het om ergens aan te komen. Dat ondenkbare moment dat je van verleden overgaat in toekomst. Een citaat uit het gedicht ‘Ik vind een woord en tel de dagen I – Ik ga vaarwel’:

Vaarwel is toch niet weten waar je gaat
Is weten van verdriet en toch zo opgelucht
Het is de ruimte die vlucht vooruit
En niemand die je volgen kan
Je bent een vogel in de lucht
De golven klievend in de wind
Vaar mij naar de overkant
Ik ga heen en niet meer terug

Beweging neemt verandering met zich mee. Orde wordt chaos en weer opnieuw orde. De specifieke eigenschappen van een plek worden als uitgangspunt genomen. Schijnbaar lege plaatsen die een geschiedenis prijsgeven; fragmenten die je bewust maken van datgene wat zich ‘onder de aarde’ bevindt, de historie van een plek gekoppeld aan de menselijke maat.
Een citaat uit het gedicht ‘I was walking to the end And then I came back’:

Het herinnert mij aan al die lege plaatsen zonder bestemming
Een plaats van reizigers
Ik kijk naar de voetstappen en altijd herken ik ze weer
Welke worden vermengd, welke blijven achter
Dat verbaast me soms
Zelfs op de lege plaatsen
De voetstappen in en onder het zand
Verbazingwekkend wie waar gelopen heeft
Gelachen en gehuild

Grenzen worden opgezocht. Ogenschijnlijk tegenstrijdige uitgangspunten worden gecombineerd. Vervreemding leidt naar nieuwe vragen. Beelden dragen humor met zich mee: schoenen die drijven op het water, een figuur die ‘loopt’ in een boot.
Een combinatie van woord en beeld leidt naar ongewone betekenissen.

De herhaling vanĀ  geschiedenis, de herhaling van voetstappen, de herhaling van woorden worden zo fragmenten van een steeds veranderende beeldtaal die op zeer diverse wijze gematerialiseerd wordt.

Een citaat uit het gedicht ‘Hoe wij het water laten reizen’:

Wanneer ik denk aan de ruisende velden
De geschiedenis van land naar water
Het werk aan het water, het werk aan de lijnen
Onwaarschijnlijke verhalen
door het land getrokken worden
Meetbare gedachten
Vele handen dragen de aarde
Dragen in eindeloze herhaling de leegte
Kom, voordat het water zizh laat leiden
Naar andere verhalen